Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Leesonderwijs

betekenis & definitie

Leesonderwijs neemt onder de profane vakken van het volksschool-programma terecht de eerste plaats in én om zijn practisch én om zijn alzijdig-opvoedende waarde.

De methodiek onderscheidt doorgaans: aanvankelijk of elementair en voortgezet lezen. Het eerste duurt ruim een jaar en heeft als hoofddoel het aanleeren van de elementaire techniek; het tweede beoogt vooral het gelezene te leeren verstaan (verstandelijk lezen), maar toch ook het „praten van het papier” (technisch lezen).

In vroeger eeuwen begon men met de kinderen de letters te leeren benoemen, zooals wij thans nog in het alphabet doen; alle woorden werden aanvankelijk eerst gespeld en dan pas gelezen (spelmethode). Sinds goed 1880 noemt men de letters, zooals ze in de woorden gehoord worden (klankmethode); het spellen of „buchstabieren” maakte plaats voor het „lautieren”, d.i. het noemen van de afzonderlijke klanken, vóór het heele woord gezegd werd. Voor de rest bleef de methode synthetisch als weleer. Pas in den allerjongsten tijd gaat men uit van heele woorden of zinnen en komt pas veel later tot de aparte elementen: → globaal-methode.

Het schoolleesboek maakte een lange ontwikkeling door, die de paedagogische meeningen der verschillende tijdperken vrij nauwkeurig weerspiegelt. Thans beschikken we over: belletristische, realistische, didactische en andersoortige leesboeken.

De laatste jaren vond het „stil-lezen” (silent reading) ingang. In het stil voor zichzelf verwerken van den inhoud van een gedrukten tekst bestaat inderdaad de leeskunst, zooals het leven die allereerst vraagt. Zoowel om practische als om aesthetische redenen echter moet ook het goed voordragen van een gedrukten tekst blijvend worden beoefend.

Lit.: Verbeeten en Vincent, Opv. en onderw.; Rombouts, Kath. Pedagogiek (III). Rombouts.

< >