of blauwspaat, lichtblauw, monoklien kristalliseerend mineraal; hardheid 5-6; s.g. 3,12. Chemisch: een waterhoudend magnesium-ijzer-aluminiumphosphaat. Komt, meest in korrelige aggregaten, voor in de Ver.
Staten (Georgia en N. Carolina), in de Alpen (o.a. Zermatt), in Varmland (Zweden) en op Madagaskar.