Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Laxeermiddelen

betekenis & definitie

zijn stoffen, welke in staat zijn de ontlasting te veroorzaken of te versnellen. Men onderscheidt vsch. groepen: 1° volkomen onverteerbare stoffen, die door verandering van de consistentie van den darminhoud de passage door den darm versnellen: bijv. vaseline, paraffine, agar-agar, lijnzaad. 2° De zgn. bitterzouten, die water aan den darmwand onttrekken en daardoor de indikking in den dikken darm verhinderen, zoodat de ontlasting week blijft: natriumphosphaat, magnesiumcitraat, magnesiumsulfaat (bitterzout, Engelsch zout), natriumsulfaat (glauberzout), Karlsbaderzout. 3° Stoffen, die den darmwand prikkelen en daardoor de darmbeweging versnellen: wonderolie, antrachinonderivaten, die onder anderen voorkomen in sennebladen, sennepeultjes, rhabarber en aloë ; verder calomel, zwavel, istizine, isaceen. 4° Stoffen, die zoo hevig prikkelen, dat zij een ontsteking van den dikken darm veroorzaken (drastica): jalappe, crotonolie, podophylline, kolokwinten. De darm went op den duur aan deze prikkels, zoodat steeds meer en sterkere l. noodig zijn.

Een voortdurend gebruik van l. is te ontraden. De darmbeweging staat sterk onder den invloed van het centrale zenuwstelsel (verstopping bij melancholie, diarrhee bij angst) en is eveneens van andere lichaamsfuncties afhankelijk. Bij chronische verstopping moet de oorzaak opgespoord worden.

Bij bedlegerige zieken moet vaak gezorgd worden voor goede ontlasting zonder te groote inspanning van den patiënt, waarvoor middelen, die den dikken darm ledigen, voldoende kunnen zijn: glycerinespuitjes, lavementen, zeeppennetjes. Verandering van diëet kan dikwijls tot het gewenschte resultaat leiden; bekend is het gebruik van vruchten, vnl. pruimen, vijgen, dadels, tamarindemoes.Lit.: U. G. Bijlsma, R. Magnus, P. Ruitinga en P. v. d. Wielen, Laxantia. Monogr. Rijks Instituut Pharmacotherap. Onderz. (1923). Hillen.

< >