Het bijbelsche Ellasar (Gen. 14.1,9), oeroude stad in het Z. van Babylonië, nu Senkereh. Tegen het einde van het derde duizendtal v. Chr. was L. de zetel van een dynastie, die voortdurend strijd voerde met de middel-Babylonische stad Isin om de opperheerschappij over Soemer en Akkad.
Ook toen de Elamietische koning Koedoer-Maboek een inval had gedaan in Babylonië en Warad-Sin op den troon van L. verhief, werd de strijd voortgezet. Zijn broeder en opvolger Rim-Sin (1985-1925) slaagde er in, met de hulp van den Babylonischen koning Sinmoeballit, zijn tegenstander definitief te overwinnen (1961 v. Chr.), Isin te veroveren en zich als onbestreden heerscher van Noord- en Zuid-Babylonië te handhaven, totdat hij op zijn beurt de overmacht van den Babylonischen koning Hammoerabi moest erkennen.
Politiek is dan de rol van L. uitgespeeld. In L. werd bijzonder de zonnegod Sjamasj (Babbar) vereerd, in zijn tempel E-Babbar. De ruïnen van L. zijn nog maar oppervlakkig onderzocht, o.a. door Loftus (1854).Lit.: W. K. Loftus, Travels and Researches in Chaldaea and Susiana (2 dln. Londen 1857).
A. v.d. Born.