Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Lampoeng-kolonisatie

betekenis & definitie

De sterke aanwas der bevolking van Java, dien de volkstellingen aanwezen (verdubbeling in ong. 35 jaren), deed in het begin der 20e eeuw vrees voor overbevolking van dit toch reeds zeer dicht bevolkte eiland ontstaan. Als één van de middelen ter voorkoming daarvan werd emigratie naar de Buitengewesten aangeprezen, o.a. door Van Deventer. Na eenige voorbereiding door den assistent-resident Heyting, werd in 1905 een proef ingezet: Heyting ging met 200 gezinshoofden naar Gedoeng-Tataän, Lampoengsche Districten, Sumatra.

Vervoer geschiedde voor rekening van het land, dat ook verder financieel steunde. In 1911 werd besloten tot beperking van de financieele hulp. Om te voorzien in de credietbehoeften, werd de Lampoengsche Volksbank opgericht.

In 1921 werd een nieuw terrein, Wonosobo, in gebruik genomen. Ook hier werden aanvankelijk tal van moeilijkheden ondervonden, vooral door het failliet gaan van de Lampoengsche Volksbank, die te vrijgevig geweest was met haar credieten. Een derde groote kolonie is Wae-Sekampoeng, in 1932 geopend.

Gehoopt en verwacht wordt, dat een belangrijk bedrag van de 25 millioen-steun uit Ned. (1936) zal worden besteed ter bestrijding van de kosten der voorgenomen aanzienlijke uitbreiding van de kolonisatie van Javanen naar de Buitengewesten. Op het terrein Soekadana in de Lamp. Districten is bijv. nog plaats voor 100 000 zielen.

Per jaar kunnen daar 15 000 nieuwelingen ondergebracht worden.Het doel, voorkoming van overbevolking, is op deze wijze niet te bereiken, daar nog niet 1/10 deel van den bevolkingsaanwas van Java jaarlijks kan worden geëmigreerd zonder de begrooting te zeer te belasten. Wel kan in de dichtstbevolkte streken eenige ontspanning worden gebracht.

De Priesters van het H. Hart bewerken dit missiegebied, en het St. Melaniawerk heeft er reeds 7 schooltjes geopend.

Lit.: Verslag Centraal Kolonisatie Comité (Koloniaal Tijdschrift, 1936). Olthof.

< >