1° Zoon van den Kaïniet Mathusaël. Hij had twee vrouwen Ada en Sella, uit wie hij drie zonen (Jabel, Jubal en Tubalcaïn) en een dochter (Noëma) had. Zijn zgn. „zwaardlied” (Gen. 4.22-24) is het oudste stuk Bijbelsche poëzie en getuigt van overmoed en wraakzucht.
2° Zoon van den Sethiet Mathusalem (Gen. 5.25). Keulers.