1° kleine havenplaats in Portugal, prov. Algarvië (37°5' N., 8°40' W.); ca. 9 000 inw. Uitvoer: wijn, zuidvruchten en vischconserven (tonijn, sardines).
L. is het Romeinsche Lacobriga. In 1759 leed de Fransche vloot een geduchte nederlaag bij L. tegen de Engelsche.
Sipman.
2° Hoofdstad van de Britsche kolonie Nigeria aan de Golf van Guinea, de belangrijkste haven van Opper-Guinea, met ong. 140 000 inw. L. ligt op een eiland in een langgerekte lagune, die voor zeeschepen toegankelijk is gemaakt. Door bruggen is L. met het vasteland verbonden, waar een stadsdeel, Iddo, ligt. L. werd door de Portugeezen in bezit genomen en ontwikkelde zich tot een centrum van den slavenhandel; in 1862 werd het Engelsch. Door den groei van Nigeria nam L. steeds meer in beteekenis toe. Door een spoorlijn met Kano verbonden; het voert vooral uit: palmolie, rubber, katoen, copra, hout, ivoor en cacao. Zetel van een Anglic. bisschop.
v. Velthoven.