Een der mooiste Alpenmeren, gelegen in Z. Zwitserland en N. Italië; opp.-212 km2, 65 km lang, 3-5 km breed, tot 372 m diep; de waterspiegel ligt ca. 200 m boven de zee.
Een gletsjer schuurde in den IJstijd een bestaande inzinking verder uit, de eindmoreenes bevinden zich nog aan de Zuidzijde. Een twintigtal riviertjes, waarvan de Ticino de voornaamste is, maar vooral de gesmolten sneeuw doen den waterstand tot 8 m verschillen. De ligging tusschen de hooge bergtoppen en het milde klimaat (Pallanza in Jan. 2,9° C, in Juli 23,3° C) lokken vele toeristen.
Een spoorweg langs de oevers, een autostraatweg naar Milaan en vele stoombootverbindingen zorgen voor het verkeer. Wijngaarden, vruchtboomen, kastanjes en subtropische gewassen sieren de hellingen, bezet met villa’s, kloosters en kerken en tallooze dorpen (Pallanza, Locarno, Cannobio). Vooral de Borromeïsche eilanden zijn beroemd.Heere.
Lit.: W. Hörstel, Die oberital. Seen (21925).