Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Labarum

betekenis & definitie

Veldteeken, dat Constantijn de Groote liet maken vóór den beslissenden slag tegen Maxentius in 312, naar aanleiding van het Kruisvisioen. Het zag er, volgens de beschrijving van Eusebius, aldus uit: een lange vergulde schacht (met spits ondereinde, want in ’t kamp werd het veldteeken op een verhooging in den grond gestoken); boven was er in kruisvorm een dwarsstok tegenaan gespijkerd en daaraan was een vierkante lap bevestigd van met edelsteenen versierd purperen weefsel; daaronder waren aan de schacht medaillons bevestigd met portret van den keizer en zijn zonen; het geheel werd boven den dwarsstok bekroond door een gouden krans, waarin het Christusmonogram was aangebracht. Alleen dit laatste maakte het l. specifiek Christelijk.

Eusebius spreekt wel van den kruisvorm, maar die ontstond per se door den dwarsstok en dat was tevoren reeds bij de Romeinsche veldteekens het geval. Het l. was dus niet iets geheel nieuws, het was eenvoudig het Rom. veldteeken, maar in plaats van den adelaar, die het anders bekroonde, kwam nu de krans met Christusmonogram en uit eerbied daarvoor had Constantijn dezen standaard bijzonder kostbaar laten uitvoeren. Later kregen alle legers dit veldteeken; waarsch. vanaf 317, want eerst dan vindt men den standaard met monogram of het monogram alleen afgebeeld op de munten.

Zoo wordt tegenwoordig gehouden, maar het veldteeken kan zeker al vroeger algemeen zijn geworden, want de munt volgde de politieke wisselingen vrij langzaam, zooals blijkt uit het vasthouden aan den PontifexMaximus-titel voor de Christenkeizers. Franses Lit.: Dict. Archéol.

Liturg. Chrét. (VIII 1928).

< >