Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Kwaadspreken

betekenis & definitie

(Lat. detractio) is het onrechtvaardig aanranden van den goeden naam van den naaste door bekendmaking van diens werkelijk bedreven maar verborgen fouten. Het zonder voldoende reden openbaar maken van inderdaad begane fouten is onrechtvaardig, omdat de goede naam als gemeenschapsgoed het naar buiten zichtbaar gedrag van den mensch als grondslag heeft, terwijl hij, die zich aan k. schuldig maakt, elke bevoegdheid mist om te oordeelen of te straffen. Geen zonde van k. bedrijft men, als men om ernstige redenen de verborgen fouten van anderen bekend maakt, bijv. ter wille van het algemeen belang om groot nadeel te voorkomen of wanneer die bekendmaking noodzakelijk is om zich zelf of anderen voor een betrekkelijk aanzienlijke schade te behoeden; ook om hem, die zich misdragen heeft, door een derde tot inkeer te doen brengen.

Wie door k. gezondigd heeft, moet de onrechtvaardigheid zooveel mogelijk trachten goed te maken, zoowel door herstel van den geschonden goeden naam als door vergoeding van het voorziene tijdelijk nadeel, dat de naaste geleden heeft. Directe herroeping is uitgesloten, omdat het openbaar gemaakte waar was; in veel gevallen zal toch door verontschuldigingen of door het naar voren brengen van de verdiensten van den benadeelde veel kunnen hersteld worden.

Lit.: St. Thomas, Summa Theol. (II II q. 73); St. Alphonsus, Theol. Mor. (111,966-1002). P. Heymeijer

< >