(bouwk.) is bij metselwerk een verband, waarin de baksteenen gelegd worden zoodanig, dat op iedere streksche laag (langszijden der steenen in het gezicht) een kopsche laag (korte zijden in het gezicht) volgt, terwijl bovendien in de staande voegen de streksche lagen onderling ½ steen verspringen; aldus komen in het muurvlak, onder 45° hellende rijen kruisen naar voren.
P. Bongaerts.