Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Kruislegende

betekenis & definitie

Hieronder verstaat men, ten eerste, een in de M. E. zeer verspreide en in de meeste moderne talen bewerkte legende van het kruishout: uit drie „greinen” van den appel aan den boom des levens in het paradijs, waartoe Seth gezonden werd, groeiden drie boomen, ceder, cypres, pijnboom, symbool der H. Drievuldigheid; Moses plantte ze in Moab, David in Jerusalem, waar ze in elkander groeiden; Salomon gebruikte ze als balk voor den tempelbouw; na nog verdere lotgevallen werd daaruit eindelijk het Kruis gemaakt.

In het Dietsch bestaat een Boec vanden Houte (8 780 vv.) uit de 13e eeuw, dat in het Nederduitsch werd vertaald, waar er nog een tweede redactie van bestaat, later in proza omgewerkt en na de 15e eeuw herhaaldelijk, ten minste achtmaal, herdrukt. Dit getuigt voor de godsvrucht dier tijden tot het Lijden en tot het Kruis. In het Duitsch bestaan naast kortere bewerkingen, naast Frauenlob’s Kreuzleich, nog bewerkingen van Heinrich von Freiberg (einde der 13e eeuw; toewijzing toch onzeker) en van een zekeren Helwic van Walderstet.

Deze verbindt deze eerste k. met een tweede: de dichterlijke behandeling van de kruisvinding door keizer Heraclius. Reeds Gautier van Arras had, omstreeks 1165-’70, deze legende in zijn met allerlei phantastische elementen overwoekerden roman Eracle ingelascht. Zijn werk werd door zekeren Otte (begin 13e e.) in het Hoogduitsch vertaald.Lit.: Wilh. Meyer, Gesch. des Kreuzholzes, in Münch. Sitzungsberichte (1881); Fr. Kampers, Mittelalt. Sagen Vom Paradies u. vom Holz des Kreuzes (1897); C. v. Kraus, in Münch. Sitzungsb. (IV 1929).

< >