Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Kruidnagel

betekenis & definitie

De kruidnagelboom (Eugenia aromatica, ook wel Caryophyllus aromaticus genaamd) behoort tot de familie van de Myrtaceeën, is inheemsch op de Molukken (volgens Rumphius op het eiland Makian) en werd sedert een eeuw ook elders hier en daar in den Archipel aangeplant. In bijna alle tropische landen beproefd, heeft de cultuur zich elders slechts op weinig plaatsen kunnen staande houden (Zanzibar, Pemba, Madagaskar). In Ned.-Indië vindt men de cultuur van k., in hoofdzaak gedreven door de Inheemsche bevolking, behalve in de Molukken ook in Benkoelen, Lampongs, Atjeh, Sumatra’s Westkust, Palembang, de Minahassa en Ceram.

De export vandaar naar het buitenland bedroeg in 1933: 252 ton voor een waarde van 147 000 gulden, naar Java 297 ton en naar omliggende eilanden 57 ton.Cultuur. De kruidnagelboom verkiest een heet klimaat, gelijkmatigen regenval en een vulkanischen grond. De vermenigvuldiging geschiedt vnl. door zaad, doch kan ook door stekken plaats vinden. In de Molukken begint de productie op 7- à 12-jarigen leeftijd en worden de boomen 60 tot 100 jaar oud. De opbrengst per boom varieert per oogst (per jaar) van ca. 2 tot 31/2 kg. Een aanplant onder Europeesche leiding bracht op Pemba in een goed oogstjaar gemiddeld 17 kg per dragenden boom aan droge nagelen op.

De oogst begint zoodra de aanvankelijk groene bloemknoppen zich na 4 maanden hebben ontwikkeld tot roode nagelen en geschiedt door plukken met de hand of met behulp van een haak. Na het plukken worden de nagelen in de zon gedroogd, gezuiverd en gereed gemaakt voor den handel.

De k. heeft eerst waarde gekregen als specerij door den Europeaan. De Inheemsche bevolking van N.I. gebruikt ze bij de bereiding van geneesmiddelen en vooral ook voor het vermengen met tabak, waarvan het product op Java wordt opgenomen door de strootjesindustrie. Naast den invoer uit de Buitengewesten worden op Java nog groote hoeveelheden k. ingevoerd uit het buitenland (in 1933: 3 542 ton). Dijkstra.

Lit.: van Gorkom, O. I. Cultures (1918); K. Heyne, De nuttige planten van Ned.-Indië (II 1927).

< >