Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Kroonstad

betekenis & definitie

1° Russische vesting met ca. 32 000 inw. op het eiland Kotlin, verbonden met Leningrad door een door de ondiepten aangelegd 28 km lang kanaal. Basis der Russ. Oostzee-vloot.

K. werd in 1710 door Peter den Grooten gesticht, de vestingwerken werden in 1871 gemoderniseerd. In Maart 1921 had te K. een opstand plaats tegen de Bolsjewieken. In 1930 zijn alle Kath. kerken en de Orthodoxe kathedraal te K. afgebroken. v. Son
2° (Roemeensch: Brasov) Stad in Zevenburgen, Roemenië (III 672 F2), gelegen in het bekken Burzenland aan den N. kant der Transsylvaansche Alpen, ca. 600 m boven zeeniveau, aan de belangrijke spoorlijn, die door den Predeal(of Tömös-)pas Boekarest verbindt met Zevenburgen en bij K. meerdere zijlijnen heeft, o.a. naar Hermanstad;
56 234 inw. (1930), waarvan Roemenen en Magyaren ieder 1 /3, Duitschers 1/4 deel vormen. Een deel der oude vestingwerken is nog behouden; in de binnenstad bevindt zich de slotberg met de citadel (16e eeuw). Beroemde gebouwen in de stad zijn de Evangelisch-Luthersche „Zwarte Kerk” (ca. 1400) en het Raadhuis (15e eeuw). K. bezit een hoogere handelsschool en Duitsche, Magyaarsche en Roemeensche lycea; veel industrie (ijzer, koper, wol, gedistilleerd, ververij, leerwerk, papier, cement) en handel. K. is een toeristencentrum door de schoone omgeving en de nabijheid van minerale bronnen.

Geschiedenis. Gesticht door Duitschers in de 13e eeuw; in 16e eeuw middelpunt van de Hervorming in Zevenburgen door Johannes Honter; 1867-1918 hoofdstad van Zevenburgen; in 1921 aan Roemenië. Hoek.

< >