Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Krokodillen

betekenis & definitie

(Emydosauria of Crocodilia), een orde der kruipende dieren. Zij hebben een lang lichaam, een vlakken kop met een verlengd snuitgedeelte, een zijdelings samengedrukten staart, langer dan het lichaam. De kegelvormige tanden staan in kassen; in de tandholte bevindt zich een reservetand, die aangroeit, als de eerste afbreekt.

Het voedsel bestaat uit gewervelde dieren, kreeften en weekdieren. De eieren, met een kalkschaal, hebben de grootte en vorm van een ganzenei; het aantal bedraagt 20-100. De k. leven in de warme streken van alle werelddeelen, behalve in Europa.

Naar hun gebit worden zij in drie families verdeeld: de Gavialidae, met als bekendste soort de → gaviaal; de Crocodilidae, en de Alligatoridae, met de geslachten alligator en → kaaiman. Keer.Palaeontologisch.

De meeste fossiele krokodillen leefden, evenals de recente, in moerassen, rivieren en meren. Slechts bij enkele geheel uitgestorven families der k. treft men vormen aan, die aan een zeeleven waren aangepast. De oudste k. bezitten een langen snuit; eerst in de Boven-Juraformatie treden vormen met korten snuit op. Men kent hen voor het eerst uit het Boven-Lias van Europa (Onder-Jura). Bijzonder rijk vertegenwoordigd in verschillende, thans uitgestorven, families zijn de k. in de brakwater- en zoetwaterafzettingen van het Purbeckien (Boven-Jura) en Wealden (Onder-Krijt). De oudste soorten van de familie der Crocodilia kent men uit het Midden-Krijt en vooral uit het Boven-Krijt van N.

Amerika. Het geslacht Crocodilus heeft zijn oudste vormen in het Boven-Krijt van Europa (Provence, Gosau), terwijl talrijke soorten in het Tertiair van Europa, N. Afrika, Zuid-Amerika en Oost-Indië gevonden zijn. De geslachten alligator en kaaiman zijn slechts recent bekend. Oosterbaan.

< >