Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Kritische grootheden

betekenis & definitie

(natuurk.). Andrews vond, het eerst bij koolzuur, dat het boven een bepaalde temperatuur niet mogelijk was de twee aggregaatstoestanden vloeistof en damp te onderscheiden, doch dat er slechts één toestand was overgebleven, welke men dus naar believen vloeistof- of damptoestand kan noemen. Deze grenstemperatuur noemt men de kritische temperatuur Tk.

Bij deze temp. is er nog slechts één waarde van druk en volume, waarbij de stof nog in vloeistof en damp kan worden gesplitst.welke grootheden dan ook kritische druk Pk en kritisch volume Vk worden genoemd. Deze drie grootheden worden kritische grootheden genoemd. Verkeert een stof in deze omstandigheden, dan spreekt men van kritischen toestand.

De minste warmtetoevoeging is dan voldoende om den meniscus, die de afscheiding vormt tusschen vloeistof en damp, te doen verdwijnen, zoodat dan de verdampingswarmte nul is. Het product pv/T heeft, voor den kritischen toestand, volgens een door Sidney Young in 1892 opgestelde wet, voor alle gassen de waarde 3,77 (kritische constante of constante van Young). Deze wet geldt echter slechts bij benadering. Ook de wet van v. d.

Waals neemt in de buurt van het kritische punt een vorm aan, waarin geen karakteristieke eigenschappen van de gassen meer voorkomen, de zgn. gereduceerde toestandsvergelijking.De verschillende gaswetten gelden niet streng, doch er treden voortdurend kleine afwijkingen (fluctuaties) op. Deze zijn bijzonder groot in de buurt van het kritische punt, waardoor een verstrooiing van het licht optreedt, de zgn. kritische opalescentie. Voor koolzuur ligt de kritische temp. bij +31° C, voor helium bij —267° C. Dit is de reden, waarom helium pas bij zoo lage temperatuur vloeibaar wordt. J. v. Santen.

< >