Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Krimoorlog

betekenis & definitie

(1854-1856) Nadat Napoleon III in Turkije gestookt had tegen Rusland’s invloed, vooral tegen de bescherming der heilige plaatsen in Palestina door Rusland, en Turkije zich tegenover Rusland onvriendelijk ging betoonen, liet keizer Nicolaas I van Rusland de Donau-vorstendommen in Juli 1853 bezetten en stelde aan Engeland voor Turkije samen te verdeelen. Engeland weigerde. De Russ. vloot overviel op 30 Nov. 1853 de Turksche bij Sinope in Klein-Azië en vernietigde deze, waarop Frankrijk en Engeland zich bij Turkije aansloten en Rusland op 30 April 1854 den oorlog verklaarden.

Het hoofdtooneel van den strijd lag op de Krim.Rusland trok zijn troepen na het beleg van Silistria terug uit de Donau-vorstendommen en verdeelde zijn leger en vloot, daar het al zijn grenzen bedreigd achtte. Op de Krim onderhield het slechts een leger van 50 000 man onder Mentsjikow, later onder prins Gortsakow. De geallieerden zonden een macht van 100 000 man naar de Krim onder Saint-Arnaud en lord Raglan. De Russ. troepen werden op 20 Sept. 1854 bij Alma verslagen en de Russen trokken terug in de vesting Sebastopol, die haastig door generaal Totleben in staat van verdediging werd gebracht. Bloedige slagen hadden in Nov. plaats bij Balaklawa en Inkermann. Het beleg van Sebastopol duurde 350 dagen.

Cholera brak uit in het leger der geallieerden en hun beide aanvoerders bezweken. De Russen verdedigden zich heldhaftig, doch nadat Sardinië zich in Jan. 1855 bij de geallieerden had gevoegd met een leger van 15 000 man, moesten zij, na de verovering van den Malakow-toren, zich op 8 Sept. 1855 gewonnen geven en de geallieerden, nu onder bevel van Pélissier, Niel en Mac-Mahon, bezetten Sebastopol. Na een Russische overwinning bij Kars in den Kaukasus in November 1855 besloot Alexander II onderhandelingen te openen, die op 30 Maart 1856 tot den vrede van Parijs leidden, waarbij de sultan beloofde verschillende hervormingen ten gunste zijner Christelijke onderdanen in te stellen, en Rusland afstand deed van zijn veroveringen in Azië en van Bessarabië; de Donau-vaart werd vrij; Moldavië en Walachije werden autonoom; de Bosporus zou voor vreemde oorlogsbodems gesloten zijn; de Zwarte Zee werd neutraal en Rusland noch Turkije mochten daar hun oorlogsvloot vergrooten.

De Krimoorlog had voor het uitgeputte Rusland ten gevolge, dat Alexander II een aanvang maakte met binnenlandsche hervormingen; voor Frankrijk beteekende hij verhooging van het prestige van Napoleon III; Engeland zag Rusland’s positie verzwakt en de vrede kwam Turkije ondanks de overwinning duur te staan. Ontevredenheid bleef dan ook bestaan bij Rusland en Turkije.

Lit.: mémoires van Niel en Totleben; Raptschinsky, Russ. geschiedenis; Milioukov, Hist. de Russie. v. Son.

< >