Zuid-Russisch schiereiland aan de Zwarte Zee, door de landengte van Perekop met het vasteland verbonden. Opp. ca. 25 000 km2 met ong. 810 000 inw. (45 % Russen, 25 % Tataren, 10 % Karaim-Joden). Met het schiereiland Kertsj vormt de K. een heuvelachtig land.
In het Z. ligt, beschut door de bergen, de zgn. Russ. Riviera, met een klimaat als het Z. van Frankrijk; er liggen talrijke badplaatsen, w.o.
Aloepka, Jewpatoria, Jalta en Feodosia de meest bekende zijn. De paleizen der tsaren en der Russ. aristocratie in de K. zijn thans als vacantieoorden voor kinderen en Sowjet-arbeiders ingericht. Hoofdstad is Akmetsjet (vroeger Simferopol).
Belangrijke havenplaats: Sebastopol, basis der Zwarte-Zeevloot.In de Oudheid heette de K. de Taurische Chersonesus en bezat steeds een groote Grieksche bevolking (thans nog te Feodosia). In de 3e eeuw vestigden er zich Goten (➝ Krim-Goten) en na de volksverhuizing bewoonden Hunnen, Chasaren en Petsjergen de K. In de 13e eeuw kwam de K. onder Tatarenheerschappij en sinds 1475 maakte de K. deel uit van het Turksche rijk. In 1783 werd de K. Russisch en in 1921 verkregen de KrimTataren het recht de K. autonome Sowjet-rep. te noemen. Zie ook ➝ Krimoorlog.
Lit.: von Hammer-Purgstall, Gesch. der Chane der K.; Ebert, Süd-Russl. im Altertum (1921). v.Son.