Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Kretschmer

betekenis & definitie

1° Ernest, psychiater. * 8 Oct. 1888 te Wüstenast (Wurtt.). In 1923 prof. te Tübingen en sinds 1926 te Marburg. Bracht een nieuw inzicht in het verband tusschen psychisch temperament en organische constitutie of lichaamsbouw.

De pycnische bouw gaat gepaard met een manischdepressieve geesteshouding of cyclothymen aard; de asthenische en de athletische bouw met de trekken van den schizoïden of werkelijkheidsvreemden aard. ➝ Constitutietypen. Fransen.Werken: Körperbau und Charakter (101931); Medizinische Psychologie (41930); Geniale Menschen (21930).

2° Konrad, historisch geograaf. * 28 Juli 1864 te Berlijn. Legde zich vooral toe op de hist. geographie, waarover hij belangrijke samen vattende werken publiceerde.

Voorn. werken: Die physische Erdkunde im christl. Mittelalter (1889) : Die Entdeckung Amerikas (1892); Hist. Geogr. von Mittel-europa (1904); Gesch. der Geographie (1912).

3° Paul, taalgeleerde. * 2 Mei 1866 te Berlijn; sinds 1899 prof. in Weenen. Indogermanist, die o.a. vele studies over het Grieksch schreef, vnl. over niet-Grieksche taalresten uit vóór-Christelijken tijd in Griekenland en Klein-Azië. Voorstander van de verwantschap van het Etruskisch met het Indogermaansch. In 1907 stichtte hij met Fr. Skutsch het tijdschrift Glotta (sinds 1908 onder leiding van K. en W. Kroll).

Werken: Die griech. Vaseninschrilten ihrer Sprache nach untersucht (1894); Einleitung in die Geschichte der griech. Sprache (1896) ; Die Entstehung der Koinê (1900); Beitrage zur griechischen Grammatik (1896) ; Wortgeographie der hochdeutschen Umgangssprache (1918). Weijnen

< >