1° Onder dezen naam worden vaak alle ➝ Crustaceeën of schaaldieren samengevat, een vormenrijke klasse van dieren, welke verdeeld wordt in ➝ lagere kreeften en ➝ hoogere kreeften.
Voor palaeontologische gegevens, zie ➝ Entomostraca; Malacostraca; Trilobieten.
2° In ’t bijzonder noemt men k. de Macrura of langstaartigen, een onderorde der Decapoda of tienpootige k. Kop en borst zijn zwaar gepantserd, het voorste paar looppooten is meestal met scharen gewapend. De lange, gespierde staart wordt bij het zwemmen met kracht naar beneden geslagen, waardoor het dier achteruit schiet. De meeste k. leven in zee; zij vormen vaak een gezochte spijs. In de Noordzee leeft de zeekreeft, op de kust vindt men garnaal en heremiet kreeft. De schaarlooze langoesten worden gevangen op de Eng. kust en in de Middellandsche Zee. De rivierkreeft (Astacus fluviatilis), in Ned. zeldzaam geworden, komt in de Ardennen nog algemeen voor. M. Bruna.