1° Regentschap van de afd. Batavia, prov. West-Java (Krawang), omvat de districten Krawang, Rengasdenglok, Tjikampek, Pamanoekan, Pagaden, Soebang, Sagalaherang en Poerwakarta.
Aantal inw. (eind 1930): 996 611 Inheemschen, 1 057 Europ., 12 396 Chin. en 873 andere Vreemde Oosterlingen. Opp. 4 970 km2, bevolkingsdichtheid 203,40 per km2. Het zielental nam van 1920 tot 1930 toe met ruim 36 %.
In het Z. heuvel- en bergland met den Boekit-Toenggoel (2 208 m), den Tangkoeban Prahoe (2 072 m) en den Boerangang (2 208 m). Naar het N. strekt zich een zeer groote laagvlakte uit, vroeger voor een belangrijk deel bestaande uit particuliere landerijen, welke sedert door het gouvernement zijn teruggekocht. Verschillende rivieren doorsnijden dit gebied.
Irrigatie-kunstwerken zijn in de laatste jaren uitgebreid. Het is een rijstland bij uitnemendheid.
Tal van rijstpelmolens, meest in Chin. handen, komen voor.
Het klimaat is in de vlakte zeer warm. K. wordt doorsneden door S.S.-lijn West—Oost-Java. Bevolking is voor ruim ⁴/₅ Soendaneesch, voor het overige in hoofdzaak Javaansch.
Taal is als regel Soendaneesch en bij uitzondering Javaansch.2° Hoofdplaats van het gelijknamige district (XIV 496 C2). Ligt aan S.S.-lijn Batavia— Cheribon. Aantal inw. (eind 1930): 15 918 Inheemschen, 75 Europ., 2 141 Chin. en 93 andere Vreemde Oosterlingen. Weinig aantrekkelijk en zeer warm. Centrum van rijsthandel. Wordt bezocht door Franciscanen vanuit Meester-Comelis. Brokx.