Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Korrel

betekenis & definitie

Het zilver, dat bij het ontwikkelen van een photographisch negatief wordt afgescheiden en het beeld opbouwt, vormt geen samenhangende laag, maar bestaat uit geïsoleerde deeltjes. Deze deeltjes ontstaan elk door reductie van een halogeen-kristal. Met behulp van een sterke vergrooting (microscoop) kan men ze waarnemen.

Ook met een goede loupe kan men een korrelige structuur in het beeld zien, maar dit zijn niet de zooeven genoemde deeltjes, doch agglomeraten hiervan. Deze vormen de korrel, die men ook op sterk vergroote photographieën met het bloote oog kan waarnemen. De korrelgrootte hangt af van details bij de vervaardiging van de emulsie (mengtemperatuur, concentratie en duur van de rijping) en van den gebruikten ontwikkelaar.

De k. bepaalt ook de grens van het oplossend vermogen van de photographische plaat, d.w.z. den minimalen afstand van twee punten, die nog gescheiden zijn in het beeld. De gemiddelde afstand van twee k. varieert van 1/100 tot 1/1000 mm, zoodat het bijv. mogelijk is met een objectief van 10 cm brandpuntsafstand details van de orde van 1 mm op 10 m afstand te photographeeren. Rekveld

< >