Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Kogelvisschen

betekenis & definitie

(Gymnodontes), een familie der beenvisschen, leven doorgaans in de heete luchtstreken, de meeste aan de kusten, enkele in rivieren. De tanden zijn door beenplaten vervangen, die een snavel vormen. De schubben ontbreken; deze zijn tot korreltjes gereduceerd of in stekels veranderd.

De maag heeft een dunnen, elastischen wand; de dieren kunnen lucht opnemen en het lichaam tot een bol opblazen; daarna stijgen zij aan de oppervlakte en drijven als ballen met den buik naar boven op het water. De e g e lvisch (Diodon hystrix L.) leeft in alle tropische zeeën. Hij is 35 cm lang en roestbruin met bruine vlekken en heeft 5 cm lange stekels met 2 wortels.

De stekelbuik of fahak (Tetrodon fahaka Stnd.), in de zoete wateren van Afrika, is 45 cm lang en over het heele lichaam met fijne stekels bezet; de rug is donkergroengrijs, de zijden, de buik en vinnen zijn geel. Keer.

< >