Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Koenraad II

betekenis & definitie

Keizer van Duitschland, koning gekozen 1024, keizer gekroond 1027. ✝ 4 Juni 1039 te Utrecht. Hij was een nakomeling van Otto I; na den dood van Hendrik II kwam met hem het Frankische of Salische koningshuis (1024-1125) aan de regeering. K. liet zich ook tot koning van Italië kronen (1027) en werd in 1034 bovendien koning van Bourgondië.

Polen dwong hij tot de erkenning van de Duitsche leenhoorigheid. In kerkelijke zaken (bisschopsbenoemingen) trad hij zeer eigenmachtig op. Door het begunstigen van den lageren adel schiep hij het Duitsche koningschap een nieuwen steun.

In politiek opzicht is K. een der bekwaamste keizers der middeleeuwen.Lit.: Bresslau, Jahrbücher des Deutschen Reiches unter K. II (1879-’84). Slootmans.

< >