Bij het wettelijk erfrecht is dit de splitsing eener nalatenschap in twee helften, waarvan de eene ten goede komt aan de bloedverwanten van vaderszijde, de andere aan die van moederszijde. De helften vererven geheel zelfstandig aan weerszijden. Verwerping der nalatenschap komt alleen ten goede aan de bloedverwanten, aan wier zijde verworpen wordt.
Eerst wanneer aan die zijde geen bloedverwanten meer zijn, komt het verworpene aan de andere linie. K. heeft plaats, indien de overledene noch nakomelingen, noch echtgenoot, noch broers of zusters, noch ouder heeft achtergelaten (Ned. B.W. art. 900 in verband met 906).
Ook het Belg. recht kent k., alhoewel de regeling daar eenigszins verschillend is (Belg. B.W. art. 746 en 753). K. is verder bekend in het oude vaderlandsche recht.
Hermesdorf.