(plantk.) is het verschijnsel, dat de stengel getordeerd is, zoodat de bladeren een abnormalen stand innemen. K. komt voor bij een soort van den kaardebol, nl. Dipsacus silvestrus torsus, waarbij de bladeren i.p.v. kruisgewijs in een spiraal om den stengel staan.
Goede voeding doet het aantal gedraaide stengels toenemen, terwijl bij slechte voeding de k. zelfs geheel kan verdwijnen.Melsen.