In Rusland gevestigd volk van Turksch-Tataarschen oorsprong, ca. 6 millioen zielen tellend en verdeeld in ca. 1½ millioen Zwarte (Kara) K., wonend in de Sowjet-autonomische Kirgiezen-rep., die een opp. heeft van ca. 200 000 km2 [hoofdstad Frunze (vroeger: Pinsjek)], en in ca. 3½ millioen Kasak-K., wonend langs de Wolga en in Toerkestan. De K. spreken een taal, verwant aan het Turksch-Tataarsch, zij zijn Mohamm. Vroeger nomaden, beginnen zij zich thans bezig te houden met landbouw.
Sinds het begin van de 18e eeuw sloten de K. zich bij Rusland aan.Lit.: Karutz, Unter K. und Turkmenen (1911): Cochrane, The challenge of Central Asia (1924); Melioranskij, Gramm. der taal der K. (Russ.; 1894). v. Son