Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Kirchhoff

betekenis & definitie

1° Alfred, Duitsch geograaf. * 23 Mei 1838 te Erfurt, ✝ 8 Febr. 1907 te Mockau bij Leipzig. In 1871 prof. in de aardr. aan de Kriegsakademie; 1873-1904 prof. te Halle. Was een bezielend docent; verbeterde het aardr. onderwijs en bevorderde de moderne landbeschrijving.

Gaf sedert 1885 Unser Wissen von der Erde uit en vanaf 1887 de Forschungen zur deutschen Landesund Volkskunde.Werken: Das gen. Inselsystem (1882); Scbulgeographie (1882); Erdkunde f. Schulen (1892); Die lnsel Formosa (1895); Pflanzenund Tierverbreitung (1899); Mensch und Erde (1901).

Lit.: W. Ule, Alfred K. (1907). v. Velthoven

2° Gustav Robert, Duitsch natuurkundige. * 12 Maart 1824 te Koningsbergen, ✝ 17 Oct. 1887 te Berlijn, waar hij hoogleeraar was. Hij verrichtte belangrijk werk, voornamelijk op theoretisch gebied; o.a. stelde hij wetten op over stroomen spanningsverdeeling in electrische systemen, over straling en absorptie. Hij formuleerde scherp de beide hoofdwetten der mechanische warmtetheorie en ontdekte met Bunsen de spectraalanalyse.

Lit.: Gesammelte Abhandlungen (1882, met aanvulling van Boltzmann in 1891). J. v. Santen Stralingswet van Kirchhoff (warmteleer).

Door K. is de volgende wet geformuleerd: bij zuivere temperatuurstraling is de verhouding van de geemitteerde energie e tot de geabsorbeerde energie a een functie van golflengte en absolute temp. en onafhankelijk van den aard van het lichaam. In formule: e/a = F(A,T). Voor een zwart lichaam is a maximaal; dit heeft voor een bepaalde golflengte dus een emissie, grooter dan die van eenig ander lichaam. Uit deze wet volgt ook; een lichaam absorbeert slechts straling van die golflengte, die het zelf uitzendt. Immers a = e/F verschilt slechts dan van nul als e van nul verschilt. Een voorbeeld hiervan vindt men in de omkeering van spectraallijnen.

Gloeiende dampen absorbeeren uit een continu spectrum slechts licht van die golflengte, dat zij zelf uitzenden, zoodat voor die golflengten donkere absorptielijnen ontstaan. Dekkers Wetten van Kirchhoff in de electriciteitsleer. Deze wetten beschrijven de verdeeling der stroomen in een samengesteld electrisch net. De eerste wet van K. zegt, dat in een vertakkingspunt O van een stroomnet de som van de sterkten der electr. stroomen naar O toe even groot is als de sterkte der van O uitgaande stroomen, m.a.w. dat evenveel electriciteit naar een vertakkingspunt toevloeit als er van weg stroomt. Stellen I1 enz. de stroomsterkten voor in de verschillende takken, dan is dus l1 + I2 = I3 + I4 + I5.

De tweede wet van K. heeft betrekking op een willekeurigen gesloten kring van geleiders in een stroomnet. De wet zegt, dat de algebraïsche som van de electromotorische krachten, die in den kring ingeschakeld zijn, gelijk is aan de algebraïsche som van de producten van stroomsterkte (I) en weerstand (R) in de afzonderlijke geleiderstukken van den kring. Zijn in den kring geen electromotorische krachten (batterij, dynamo, enz.) aanwezig, dan is de laatstgenoemde som dus nul. Daarin stelt ABCDE een gesloten kring uit een stroomnet voor, samengesteld uit de geleiders 1 tot 5. Zijn de stroomsterkten in deze geleiderstukken resp. Ix enz., de weerstanden Rj enz., dan is dus I1R1 I2R2 + I3R3 — I4R4 — I5R5 = 0. Borghouts.

< >