Werkzaamheid, ten doel hebbende de behartiging der belangen van de onverzorgde, verwaarloosde, crimineele, asociale en abnormale jeugd, uitgeoefend door de instellingen voor k., voogdijvereenigingen, vereenigingen tot instandhouding van gestichten tot verpleging van onverzorgde en abnormale jeugd, vereenigingen voor patronage en gezinsvoogdij, enz. in den ruimsten zin.
Door de → kinderwetten en door de gedurende de laatste kwarteeuw toegenomen belangstelling in de misdeelde jeugd is de jeugdbescherming in Nederland tot zeer hoogen graad van ontwikkeling gekomen. Over het algemeen werken de vereenigingen hier zelfstandig, in Amsterdam werken zij federatief samen in de F.I.K.A. (Federatie van Instellingen voor Kinderbescherming Amsterdam), door plegen van overleg, uitwisselen van gegevens, instellen van onderzoeken, bestudeering van problemen op dit gebied, distributie van de werkzaamheden, wederzijdsche voorlichting. De particuliere instellingen voor k. zijn meestal georganiseerd op religieus-kerkelijken grondslag, zoo Kath., Protestantsche, Joodsche, Vrijzinnig Protestantsche. Federatief wordt samengewerkt in den Ned. Bond tot Kinderbescherming, in het Kath. Verbond voor Kinderbescherming, in de Landelijke Vereeniging voor Gezinsvoogdij en Patronage, in het Verbond voor Joodsche Instellingen voor Kinderbescherming, in den Centr.
Bond voor Inw. Zending en Chr. Philantropische inrichtingen. → Pro Juventute is neutraal, thans sedert 1928 ook federatief vereenigd in het Verbond der Vereenigingen „Pro Juventute”.
Lit.: → Dwangopvoeding ; Herstel in ouderl. macht; Gezinsvoogdij; Jeugdcriminaliteit. B. Smeets In België kunnen de misdadige en verwaarloosde kinderen door den kinderrechter geplaatst worden hetzij in gestichten door de regeering opgericht en onderhouden, hetzij in private gestichten door den Koning aangenomen. Na hun invrijheidstelling blijven deze kinderen onder het toezicht van afgevaardigden der Kinderbescherming; deze zijn meestal vrijwilligers, in enkele groote centra zijn zij bezoldigde ambtenaren. Voor de bescherming van alle andere kinderen werd het „Nationale Werk voor Kinderwelzijn” opgericht door een wet van 8 Sept. 1919. Dit werk heeft voor doel de k. aan te moedigen en te ontwikkelen, het bevorderen der hygiëne, het verleenen van bijstand, het steunen van liefdadige werken ten voordeele van kinderen, enz.
Het Nationale Werk voor Kinderwelzijn beschermt de kinderen:
a) vóór hun geboorte: door de inrichting van raadplegingen voor zwangere vrouwen, door het subsidieeren van moederhuizen,
b) Na hun geboorte: door de bestrijding der kindersterfte, het inrichten van geneesk. raadplegingen voor zuigelingen, van bezoeken aan huis door verpleegsters in landelijke gemeenten, van toezicht op uitbestede kinderen, enz. Dank zij deze werkzaamheid is de kindersterfte gedaald van 14,77 % voor den Wereldoorlog tot 7,59 % in 1934.
c) Voor kinderen van 3 tot 14 jaren zijn schoolkoloniën opgericht op den buiten en aan de zee, instellingen voor praetuberculeuzen, medicopaedagogische instellingen voor achterlijken, enz.
Verder bestaat bij het Nationale Werk voor Kinderwelzijn een dienst van socialen bijstand voor alle noodlijdende families, waarop zijn aandacht wordt getrokken. Een zeer volledige bibliotheek nopens de k. open aan het publiek is bij dit werk ingericht, evenals een dienst van uitleening van films nopens hygiëne en zorg voor kinderen. Alle jaren wordt een congres gehouden, dat alle personen vereenigt, die belang stellen in de k. Bij het Nationale werk voor Kinderwelzijn is eveneens het alg. secretariaat ondergebracht van de Association Internat, pour la Protection de l’Enfance. Collin