Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Killaen

betekenis & definitie

Eigenlijk: Cornelis van Kiel, taalkundige. * 1528 of 1529 te Duffel (Belg. Brabant), ✝ 1607 te Antwerpen. Eerst meesterknecht, later corrector bij den beroemden Antwerpschen drukker Plantijn, aan wiens Thesaurus Theutonicae Linguae hij medewerkte.

Het werk, dat hem tot op heden beroemd maakte, is zijn Dictionarium Teutonico-Latinum, een Nederlandsch-Latijnsch, of eigenlijk een Antwerpsch-Latijnsch woordenboek. K. zelf heeft drie uitgaven bewerkt in 1574, 1588 en 1599. Het boek is daarna vele malen, onverkort en verkort (als schoolwoordenboek) en ook omgewerkt, herdrukt.

De laatste volledige en beste ed. is die van G. v. Hasselt (1777).Omdat K. echter behalve zijn eigen woordenschat (het Antwerpsch) ook nog vele Vlaamsche, Hollandsche, Zeeuwsche, Friesche, Sicambrische (d.i. Kleefsche en Guliksche), Saksische en Alemannische (d.i. Hoogduitsche) equivalenten geeft, is zijn werk van onschatbare beteekenis, niet alleen voor onze kennis van het 16e-eeuwsche Brabantsch, doch ook voor de Dist. dialectstudie van het geheele Ned. taalgebied.

Lit.: A. Kluyver, Proeve eener critiek op het woordenboek van K. (diss., 1884). Offermans

< >