Ook Lotto genoemd, gezelschapsspel, wordt thans gespeeld met negentig genummerde doppen, op kaarten, van getallen voorzien; die getallen worden met een glaasje bedekt, als ze worden afgelezen van de uit een zak gehaalde doppen. Wie er vijf naast elkaar bedekt heeft, roept „kien” en heeft gewonnen. „Kien” is afgeleid van „quinque” (vijf), omdat oorspronkelijk bij het in 1620 te Genua uitgevonden loterijspel telkens vijf getallen werden uitgetrokken, waarvan de bezitters vijftien maal hun inzet kregen toegewezen. Knippenberg Lit.: G.
A. Fokker, Gesch. der Loterijen.