Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Kiemkracht

betekenis & definitie

Kiemkracht is het vermogen van het zaad om te kunnen ontkiemen. Goed uitgerijpt zaad, hetwelk droog geoogst werd en bij het dorschen of door vreterij van insecten niet beschadigd werd, heeft groote kiemkracht. Ter bepaling van de k. wordt een kiemproef aangezet, waarbij als regel een 100-tal zaden worden uitgelegd op een kiembed, dit is een onderlaag van vochtig filtreerpapier, vochtig gesteriliseerd zand of vochtige, onverglaasde, porceleinen platen, hetwelk dan in een verwarmd vertrek, beter in een zgn. kiemkast of thermostaat (waarbij men de temperatuur nauwkeurig kan regelen), geplaatst wordt.

Na verloop van een bepaald aantal dagen worden de gekiemde zaden dan geteld en de k. uitgedrukt in procenten van het soortechte zuivere zaad. De kiemenergie geeft de snelheid van kiemen aan en wordt bij onderzoek bepaald op een tijdstip, dat volgens de ervaring in een goed zaadmonster ten minste ⅔ der zaden gekiemd zijn, dus na korter tijd dan bij de kiemkrachtsbepaling; bij klaverzaad wordt de kiemenergie bepaald na 3 dagen, de kiemkracht na 10 dagen. Dewez

< >