1° Klemens, Freiherr von, Duitsch gezant in China (1899-1900). * 22 Nov. 1853 te Potsdam, ✝ 20 Juni 1900 te Peking. Neef van 2°. De moord op K. was aanleiding tot de internationale onderdrukking van den Boksersopstand.
2° Wilhelm Emmanuel, Freiherr von, sinds 1850 bisschop van Mainz, oom van 1°. * 25 Dec. 1811 te Munster (West-f.), ✝ 13 Juli 1877 te Burghausen(Beieren), op terugreis van Rome. K. was de woordvoerder der Duitsche bisschoppen voor de Kerkelijke vrijheden tegenover de regeeringen, maar vooral is hij de verheffer van het Kath. sociale leven. Op het Vaticaansch Concilie bestreed K. met de minderheid de definieering van de pauselijke → onfeilbaarheid als inopportuun. Edelmoedig onderwierp hij zich na de dogmaverklaring (1870) en verdedigde het leerstuk in een geschrift (1871). In den Kulturkampf stond hij energiek tegenover Bismarck. Hij moest echter zien, dat de liberale wetgeving veel van zijn stichtingen, scholen en kloosters vernietigde. Latere tijden plukten de vruchten van zijn harden strijd.
K. was zijn tijdgenooten ver vooruit; groot van karakter, werd zijn veelzijdigheid door den „Geist des Ganzen” gedragen, die in alles het verband tot God omvat en zoo tot hoogste eenheid voert.
Lit.: Lex. für Theol. u. Kirche (V); Franz Herwig, Der grosze Bisschof (1933; Ned. vert. 1935). Beijersbergen van Henegouwen