Het liturgische k. werd, in navolging van het Paaschspel, bij het bezoek aan de kribbe in de kerk opgevoerd: eerst weinig meer dan mimische aanbidding van het Jesuskind, met beurtzang. Op Onnoozele kinderen werd een Ordo Rachelis gehouden, die spoedig bij het k. gevoegd werd. Op Driekoningen had het spel der aanbidding der wijzen plaats, dat zich in het comische om Herodes ontwikkelde, en met het spel der herders verbonden werd.
De spelen werden inwendig uitgebreid; oudste Driekoningen-spelen zijn: Ordo Stellae van Rouen, van Nevers, het uitgebreider spel van Compiègne; de spelen van Straatsburg, Freising, Munsterbilsen, Benedictbeuern, Erlau vertegenwoordigen de steeds uitgebreider versmelting. Een Profetenspel, dat uit een aan den H. Augustinus toegeschreven preek ontstond, en waarin ieder profeet, soms van Adam af, de Menschwording aankondigde, ging dikwijls vooraf, als in het oudste Fransche spel, Adamspel, en het oudste Duitsche van St.
Gallen, nog uit de 13e eeuw. Want het Latijn werd door de moedertaal verdrongen. Van de kerk ging het naar de markt.
Een uitvoerig k. is het Hessische uit de tweede helft der 15e eeuw. Uit het reeds vroeg bekende wiegen van het Jesuskind ontstonden de kribbespelen, die tot in onzen tijd voortduren. Ook het eenvoudig liturgische spel bleef nog lang in de kerk voor het volk behouden.Lit.: P. V. Teuber, Entwicklung der Weihnachtsspiele (1898); W. Stammler, in Reallex. der deutschen Lit. (I 1925-’26). V. Mierlo