(geneesk.), verweeking van het hoornvlies van het oog. De ziekte treedt het meest op bij kinderen van 1 tot 5 jaar. Slechte voedingsomstandigheden, in het bijzonder ondervoeding van → vitamine A, zijn er de oorzaak van.
In Ned. wordt k. zelden gezien; daarentegen is de ziekte in Ned. Indië veel minder zeldzaam. In Denemarken werd k. na te grooten uitvoer van natuurboter waargenomen.
Te streng vasten deed bij Grieksch-Katholieke kinderen de ziekte ontstaan. K. gaat dikwijls gepaard met darminfecties; infectie-ziekten worden nl. door gebrek aan vitamine A eveneens bevorderd. Anderzijds neemt een zieke darm moeilijk vitaminen op.
Bij k. komt ook dikwijls steenvorming in blaas en nieren voor (het → graveel), wat ook een gevolg van vitaminetekort is.Voldoende voeding met ongeroomde melk, boter, kaas, eieren, lever, levertraan, salade, spinazie, kool, wortelen, tomaten e.a. kan k. voorkomen of tot staan brengen en tevens de uit k. voortvloeiende blindheid tegengaan. Vergelijk → Xerophthalmie. Botman