Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Kennen

betekenis & definitie

(philos.) is een opnemen in het bewustzijn van wat daarbuiten bestaat. De wijze, waarop dat gebeurt, stemt overeen met den aard van het kennend subject; en zoo kan worden onderscheiden een goddelijk, een zuiver geestelijk, een menschelijk en een zuiver zinnelijk kennen.

Het menschelijk k. is abstractief, d.w.z. partieel: het buiten-bewustzijnsding wordt niet aanstonds in zijn geheel gekend, maar bij gedeelten, die in het bewustzijn dan weer denkend worden samengevoegd. Een monument, een bedrijf, een persoon k. wil zeggen: een of meer indrukken daarvan (→ Kenbeeld) in het bewustzijn opnemen, dat aldus met die dingen in zekeren zin gelijkvormig wordt (gelijk een stempelindruk, zegt Aristoteles, het was aan dien stempel gelijkvormig maakt). In de → kenniscritiek wordt de vraag besproken, of en in hoeverre deze indruk gelijkvormig is aan het op ons inwerkende buiten-bewustzijnsding, m.a.w. in hoeverre onze kennis juist en waar is.

Het menschelijk k. is zinnelijk of verstandelijk. De zinnelijke kennis is gebonden aan een stoffelijk orgaan; de verstandelijke niet. Het zinnelijk k. is een onmiddellijk opnemen van indrukken der buiten-bewustzijnsdingen; het verstandelijk k. is middellijk, nl. door middel van de zinnelijk opgenomen in drukken (→ Kenbronnen). Eigen object van dit abstractief verstandelijk k. is het algemeene wezen der zinnelijk gekende dingen, bijv. de menschelijke natuur van Socrates, welke ook bij Plato, Aristoteles enz., te vinden is.

Van de aldus verworven verstandelijke kennis kan de mensch dan verder denkend opklimmen tot nieuwe kennis: de abstractief kennende mensch is een bij uitstek „denkend” of redelijk wezen (animal rationale) De door het denken verkregen oorzakenkennis (demonstratief verworven kennis) heet •→ wetenschap: ze is systematisch geordende, samenhangende verstandelijke kennis. v. d. Berg

< >