(Lat. purificatorium = reinigingsdoek) (liturgie), linnen doekje ter afwissching van kelk, pateen, vingers en mond door den priester bij de H. Mis; algemeen verplichtend sinds Pius V († 1572); vervangt verschillende tot dusver tot die doeleinden gebruikte doeken.
Lit.: Braun, Die liturg. Paramente (Freiburg 1926).