Aldus heet in de geschiedenis het Vlaamsche grondgebied, op den linkeroever der Schelde gelegen, dat een tijdlang tot het Duitsche keizerrijk behoorde. Het komt nagenoeg met het oude Waasland overeen, en reikte tot Gent met den keizerlijken burcht bij het samenvloeien van Leie en Schelde. De „Ottogracht” zou Westergrens geweest zijn.
De oorsprong der keizerlijke rechten is onzeker. De veronderstelling van een vroegere Scheldebedding Gent-Selzate moet opgegeven worden. Waarschijnlijk is het graafschap Gent in pago Wasiae tezelfdertijd tot stand gekomen als het markgraafschap Antwerpen, in de 2e helft der 10e eeuw.
De „vrijheid van het burchtwerk” van Antwerpen reikte tot Ledeberg-bij-Gent en omgreep geheel het Waasland. Op den rechteroever der Schelde lag bovendien het keizerlijk-Brabantsch gebied van het graafschap Aalst (met Geeraardsbergen en Dendermonde) tusschen Schelde en Dender, dat wordt ingenomen door graaf Boudewijn V van Vlaanderen, en hem door den keizer verleend (1057). In den strijd der d’Avesnes en Dampierre’s zou het onderscheid in rijks- en keizersch Vlaanderen zijn groote beteekenis hebben.
Vgl. ➝ Kroon-Vlaanderen. Prims.