(krijgsk.), gebouw voor opstelling van geschut. Oudste vorm: vertrek met schietgat in torens (M.E.); daarna in basteien van ➝ Dürer; lage kazematten in bastionsflanken (➝ Oud-Ital. versterkingswijze); in de zgn. gebastionneerde torens van Vauban (17e eeuw). In de 18e en 19e eeuw in ➝ caponnières en ➝ contrescarpcoffers, en na 1885 als afzonderlijke gebouwen op forten (o.a.
Frankrijk), dan wel als vertrekken op de vleugels of achter keel-kazernes (traditore k.) voor groot ➝ flankement (o.a. Ned.). In den oorlog 1914-’18 ontstonden de kleine k. van gewapend beton voor mitrailleurs en licht geschut, ook thans gebouwd op of buiten forten. H. Lohmeijer.