Voormalige Benedictijner abdij, in 1102 gesticht ter eere van St. Petrus. Abt Hermann (1323-1356) schreef de „Kastler Reimchronik”, mag.
Joannes van Kastl mystieke werken, waarvan het meest bekend is De adhaerendo Deo. Vanaf 1380 was K. het middelpunt van een Benedictijner hervormingsbeweging. Otto Notweiner schreef de Consuetudines Castellenses.
Het klooster werd in 1556 opgeheven door den Calvinistischen paltsgraaf Fred. van Neumarkt. De goederen werden in 1636 aan de Jezuïeten toegewezen, 1782 aan de Maltezers; 1808 geseculariseerd.Lit.: Wöhrmüller, in Stud. Mitt. O.S.B. (1924); Fr. Thoma, t.a.p. (1927). Feugen.