Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Kassier

betekenis & definitie

(banktechnisch), oorspronkelijk de persoon of firma, die er een beroep van maakt tegen een zeker bewaarloon geld voor anderen te bewaren, uit te betalen en te incasseeren. Dit kassiersbedrijf, dat slechts een in bewaring nemen van geld met zich mede bracht en de aldus ontvangen gelden derhalve niet voor credietverleening aan derden mocht aanwenden, is langzamerhand tot een deposito-bankbedrijf uitgegroeid. Zoo zijn b.v. de oudste nog bestaande Amsterdamsche kassiersinstellingen, t.w. de Associatie Cassa (opgericht 1806) en de Ontvang- en Betaalkas (opgericht 1813), zich resp. in 1864 en 1874 op het depositobankbedrijf gaan toeleggen. Huysmans.

< >