Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Kantonrechter

betekenis & definitie

(→ Kanton) (Nederl.). Aan de rechtsmacht van den k. zijn meerendeels zaken van eenvoudigen aard toevertrouwd, waaraan slechts geringe geldelijke belangen zijn verbonden.

In elke zaak (ook bij die kantongerechten, waar meerdere k. zijn) wordt slechts door één hunner recht gesproken. De kantongerechten zijn nl. verdeeld in drie klassen, w.o. die der eerste met meer dan één k. kan worden bezet. Hieronder vallen Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, welke resp. 6, 5, 3 en Utrecht, Haarlem, Groningen en Arnhem, welke 2 k. kunnen tellen.

De k. nemen kennis in burgerlijke en handelszaken van alle personeele rechtsvorderingen, wier grenswaarde 200 gld. bedraagt. Beloopt de waarde niet meer dan 50 gld., dan is hooger beroep uitgesloten. De art. 38 en 41 R.O. noemen nog speciale rechtsvorderingen, waarvan de k. kennis kan nemen, w.o. eenige, die zelfs van een hooger bedrag dan 200 gld. kunnen zijn. In alle geschillen, welke voor dading of compromis vatbaar zijn en in welke partijen zich voor een k. te hunner keus doch binnen het arrondissement aanmelden en zijn beslissing inroepen, zal deze van hun geschil moeten kennisnemen, welke ook de aard van het geschil en de waarde van het betwiste voorwerp zijn. In dat geval zal de k. altijd wijzen in hoogste ressort, tenzij partijen, in zaken aan hooger beroep onderworpen, dat beroep hadden voorbehouden (art. 43 R.O.).

De k. recht doende in strafzaken, neemt kennis van de vordering tot schadevergoeding der beleedigde partij, mits deze onder de 50 gld. blijft (art. 43 R.O.). De k. vonnist over strooperij, bedoeld bij art. 314 Sr. en over alle overtredingen, waarvan de kennisneming niet aan een anderen rechter is opgedragen; zulks behoudens hooger beroep, tenzij in de gevallen, waarin geen andere straf is bedreigd dan een geldboete van max. 25 gld.

De betrekkelijke bevoegdheid van den k. in burgerlijke zaken is geregeld in art. 97 en 98 Rv., in strafzaken m art. 2, 3, 5 en 6 Sv.

De procedure voor den k. in burgerlijke zaken (art. 97-125 ✝ Rv.) en in handelszaken (art. 321 Rv.) is eenvoudiger dan de rechtbankprocedure. De behandeling is overwegend mondeling en als een geheel gedacht, zij het dan over meer dan een zitting verdeeld. Men kent geen verplichte vertegenwoordiging door een procureur en partijen kunnen verschijnen in persoon of bij gemachtigde. Schriftelijke conclusies zijn niet verplicht en de ambtenaar van het O.M. wordt niet gehoord. Zoo mogelijk wordt de beslissing gegeven ter eerste terechtzitting, waarbij de zaak dient. In de practijk gaat het echter anders en zijn ook deze procedures veelal schriftelijk, met het oog op de ingewikkeldheid, hetgeen niet verboden is (art. 62 Rv.), maar waartoe de rechter niet verplicht is. Wanneer een bepaald voorschrift betreffende rechtbankprocedure niet met de wezenlijke natuur van het kantongerechtsgeding in tegenspraak komt, kan analogische toepassing plaats vinden.

Bij de arbeidsovereenkomst-procedure is de dagvaarding vervangen door een verzoekschrift en oproeping kan geschieden bij aangeteekend schrijven. Ook in strafzaken is de procedure bij het kantongerecht sinds 1922 belangrijk vereenvoudigd (zie art. 382-398 Sv.).

Beroep in cassatie van vonnissen in burgerlijke zaken gewezen is slechts mogelijk in het belang van de wet wegens onbevoegdheid of overschrijding van rechtsmacht, of omdat zij de gronden niet inhouden, waarop zij zijn gewezen, of niet met open deuren zijn uitgesproken. Witteman. In België heet de k.: → vrederechter. Zie ook → Politierechter.

< >