Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Kanton (Hoofdstad)

betekenis & definitie

(sinds 1914 Fan-ngu), hoofdstad van de Chineesche provincie Kwang-toeng; ca. 900.000 inw. K. ligt aan de Parelrivier, 150 km van de zee, in een heuvelachtig landschap, vanwaaruit naar alle kanten wegen gaan.

Het subtropisch klimaat is ’s zomers niet gezond. De oude stad en de nieuwe stad met de handelswijken zijn door muren omgeven.

In 1859 werd hiertegen aan de Zuidzijde het Vreemdelingen-kwartier (Sjamien) aangebouwd. Op de rivier leven ca. 100.000 bootbewoners (Tan-kia).

De moderne stad telt Westersche huizen. K. is een zeer belangrijke handels- en industriestad.

Nieuwe industrieën" (zijde, kousen, lucifers, sigaretten, papier, leer) en oude industrieën (porselein, jade, marmer, meubels) verschaffen aan veel menschen een bestaan. Daarnaast rieten matten, gember en thee voor den uitvoer.

Er zijn vele scholen, waaronder missiescholen, militaire academie, de Sun-Yat-Sen-universiteit, een marinestation. De Westrivier laat slechts schepen van 2 m diepgang toe, zoodat Honkong als overlaadplaats dienst doet.

Talrijke rivierstoomers en dsjunken varen er heen en weer. Drie spoorlijnen onderhouden het landverkeer met de omgeving.

K. werd het eerst door de Portugeezen bezocht in 1516, sindsdien is het de voornaamste haven voor den Europeeschen handel. In 1842 werd K. verdragshaven; van 1917-1926 was het zetel der Zuid-Chineesche regeering. — K. en omgeving vormt een apostolisch vicariaat, toevertrouwd aan de Priesters der Vreemde Missiën van Parijs.

Op 4.600.000 inw. zijn ruim 18.000 Katholieken. Heere.

< >