Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Kalmar

betekenis & definitie

1° Provincie in het Z.O. van Zweden; opp. 11 540 km2, 231 600 inw. Het W. is een heuvelland met moreene en bosch, het O. omvat de dichtbewoonde kustvlakte en Öland.

2° Hoofdstad van de gelijknamige prov.; 20 000 inw.; een oude grensvesting. In het Z. ligt nog het Renaissance-slot, de „sleutel van Zweden”, dat eens de Kleine Sont beheerschte. In 1397 werd hier de Unie van Kalmar gesloten, waarbij de vereeniging van Denemarken, Zweden en Noorwegen tot stand kwam.

< >