Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Kakoeloek

betekenis & definitie

(soms staat Kaloekoek aangegeven, en dan nog wel als „landschap”; dit is foutief), Beloeneesch woord, dat beteekent één van de twee tiangs (hoofdpalen) van het huis, die heeten: kakoeloek lôr en kakoeloek hai. Naar dit beeld, steunpilaar, werd de radja van het tijdelijke vereenigd radjaschappen-complex Fialaran, Naitimoe en Lidak genoemd: Kakoeloek mésak, d.w.z. de eenige steun, de eenige spil van dat bestuursgebouw.

< >