Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Kakkerlakken

betekenis & definitie

(Blattidae), familie van rechtvleugelige insecten. Het lichaam der k. is plat, de voorrand van het borststuk overdekt den kop, de voelers zijn lang, borstelvormig; de pooten zijn lang en sterk; de eieren worden als kleine pakketten in een bepaald aantal afgezet.

De k. behooren tot de geslachten Blatta en Periplaneta; het zijn kosmopolieten, die bij voorkeur een warme omgeving opzoeken en zich voeden met brood en andere voedingsstoffen.Periplaneta-soorten zijn: de Amerik. kakkerlak (P. americana), tot 32 mm lang; ook het wijfje is gevleugeld; afkomstig uit tropisch en subtropisch Amerika, komt ook elders voor, vooral op schepen; verder de Indische kakkerlak (P. australasiae), tot 30 mm lang, met witgerand borststuk en geelwitte randen langs de voorvleugels; afkomstig uit Indië en Australië, komt echter ook wel in Europa voor, vnl. in broeikassen, waar hij orchideeën en andere planten beschadigt.

Blatta-soorten zijn : de gewone of keukenkakkerlak en de Duitsche kakkerlak (Blatta germanica), vooral in midden- en Oost-Europa en NoordAfrika, tot 13 mm lang; het mannetje draagt vleugels.

In onze streken komt vooral voor de keuken-kakkerlak of bakkerstor, die tot de Blatta-soort behoort. Waarschijnlijk is hij afkomstig uit Azië; hij was echter reeds ca. 1750 in Europa bekend. Men vindt hem alleen binnenshuis, vooral in bakkerijen, waar een voor de dieren aangename warmte heerscht. Het achterlijf draagt twee stinkklieren, die een onaangename lucht kunnen verspreiden. De eierpakketten der wijfjes worden gemakkelijk met eetwaren verspreid. De jongen worden volwassen na een reeks van vervellingen. K. kunnen vaak tot een ware plaag worden; zij zijn moeilijk te vangen door hun lichtschuwheid en snelle beweging; verdelging door vergiftigd suikerhoudend voedsel. M. Bruna.

< >