Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Kabelspoor

betekenis & definitie

verbindt op verschillende hoogten gelegen stations door luchtkabels, die twee daaraan opgehangen kooien in aan elkaar tegengestelde richting voortbewegen. De kabels bestaan, met het oog op de veiligheid tegen kabelbreuk, uit minstens twee afzonderlijke trek- en draagkabels, die als een draad zonder eind in de eindstations over groote leidrollen (ca. 3 m diameter) gevoerd worden.

De kooi, uit licht materiaal vervaardigd, met een capaciteit van 12-35 personen, is opgehangen aan een wagentje, dat met 16 of 24 rollen op de draagkabels rust en door de trekkabels wordt voortbewogen. De bediening geschiedt vanuit de machinekamer in het laaggelegen station, waar een der leidrollen wordt aangedreven door een electromotor met veranderlijk toerental, waardoor de beweging van de kooien beheerscht wordt.

Behalve een handrem is een zelfwerkende rem aanwezig, welke in werking komt bij overschrijding van de max. snelheid van de kooi en bij het eventueel wegvallen van den stroom. De snelheid van k. bedraagt van 1,6-4 m per sec.

Hellingen tot max. 90 % worden aangetroffen, waarbij een hoogteverschil tot 1100 m wordt overwonnen. Het k. bedient het toeristenvervoer naar punten in het bergland bekend om de skisportbeoefening en het uitzicht.Pot.

< >