Een openluchtspel, dat in den zomer in Friesland druk beoefend wordt, vnl. in het N. en W. van deze provincie. Ook in andere deelen van Ned. treft men het aan, doch dan blijkt het meestal door daar wonende Friezen te zijn geïmporteerd.
Op die wijze verplaatste het kaatsen zich zelfs naar enkele plaatsen in N. Amerika, waarheen Friezen emigreerden.
Zeer waarschijnlijk is het kaatsen in oorsprong afkomstig van de Romeinen. Zeker is, dat het spel in de M.E. in W.
Europa druk werd beoefend; tegenwoordig nog wordt het, zij het in anderen vorm, in Spanje, Frankrijk en België aangetroffen.Het speelveld voor kaatsen bestaat uit een vlak en kortgeschoren grasveld, ook een goed bestraat plein is bruikbaar voor het doel. Het terrein meet ong. 30 bij 62 m, en wordt door zes spelers tegelijk bespeeld. Deze zes spelers worden verdeeld in twee groepen van drie. Ieder drietal wordt een partuur genoemd. Men onderscheidt een opslagpartuur en een perkpartuur, die elkaar bestrijden door den kaatsbal over en weer te drijven, hetzij met de bloote, hetzij met de geschoeide vlakke hand.
Wedema.