zijn de verschillende vormen van opberging van de in de administratie gebruikte kaarten. Het k. heeft tegenover het gebonden boek het groote voordeel van zijn elasticiteit; nadeel is de mogelijkheid van verlies van kaarten, welk nadeel echter door een doelmatige inrichting sterk kan worden beperkt.
Hoofdzakelijk wordt onderscheiden in: 1° horizontale en 2° verticale k. Het systeem sub 1° wordt ook wel zichtbaar k. genoemd.
De kaarten worden dan dakpansgewijze in laden of banden opgeborgen, waarbij een rand der kaart steeds geheel zichtbaar blijft. De verschillende aanwijzingen voor het opzoeken en gebruik der kaarten bevinden zich op dezen rand.
Bij het systeem sub 2° worden de kaarten rechtstandig achter elkaar opgeborgen en de classificatiekenmerken door middel van ruiters of inkepingen boven aan de kaart aangegeven.C. Janssens.