De Romaansche k. is een groote, cirkelvormige luchter, die in de viering of in het koor van de kerk gehangen werd. De meest bekende k. uit dezen tijd zijn die van Hildesheim (11e eeuw) en Aken (12e eeuw).
De Gotische k., die zoowel in de kerken als in de woningen gebruikt werd, bestaat uit een hangenden, geprofileerden middenstam, die een of meer rijen armen draagt; met de Renaissance krijgt de stam een balustervorm en worden de armen in een sierlijke S-lijn gebogen. Kenmerkend voor de 17e-eeuwsche k. is de groote bol, die den stam onderbreekt.
Vóór de 18e eeuw werden de k. uit smeedijzer, brons of geelkoper vervaardigd; nadien komen ook k. van kristalglas en van verguld hout in zwang.V. Herck.